Lastige vragen

Lastige vragen - Trouw

25 november 2000, Trouw

Vragen: Max Frisch, Antwoorden: Jet Bakels LEES MEER

Vervult de natuur u van hoop?

De boerensamenleving waar ik onderzoek deed, heeft een religieus, poëtisch respect voor bos- en watergeesten en sommige wilde dieren. Sumatranen willen de bedreigende tijger niet uitroeien, maar hebben er een gelijkwaardig verbond mee gesloten, net als met de grillige en angstaanjagende God in het Oude Testament. Het heeft magische elementen: je mag de tijger niet bij naam noemen. Hij heet 'grootouder', 'wachter van het woud' of 'hij met het gestreepte gezicht'. Men gelooft dat een tijger iemand nooit zomaar aanvalt, maar - dat is het mythische verbond met het tijgervolk - alleen slechte mensen. Doemt een tijger op, dan ligt dat aan menselijke misstappen. Een erfenis is oneerlijk verdeeld, een vrouw begint een affaire met de jongen die ze voor haar dochter tot echtgenoot had uitgezocht. De dorpsleiding had belasting in eigen zak gestoken; alleen de tijger kon de rechtsorde herstellen. Een man die per ongeluk een tijger in zijn hertenstrik ving, emigreerde naar Jakarta en verkoopt daar nu aardappels. Hij had het verbond eveneens geschonden, want mensen vallen tijgers ook niet zo maar aan. Het staat in schril contrast met hoe men hier met natuur omgaat; daar word ik soms wanhopig van.

Als u in het buitenland woont en moet ervaren dat uw eigenlijke humor nooit overkomt: kunt u er dan in berusten dat u uitsluitend in serieuze zaken begrip ontmoet, of begint u daardoor een vreemde te worden voor uzelf?

Humor is cultuurgebonden, maar kan culturen overstijgen, dus er viel veel te lachen in Indonesië. Daar is de angst voor gezichtverlies zo groot, dat kritische grappen, of ironie over iemands falen niet kunnen. Indonesiërs lachen vaak uit verlegenheid.

Bent u bang voor de armen? Waarom niet?

Mijn rijkdom is niet rechtvaardig, maar een gelukkig toeval waar ik dankbaar voor ben. Bedelaars zijn confronterend. Je kunt ze makkelijk een gulden geven, maar je doet het niet; het is de weerzin mee te werken aan het junkiebestaan, het zet geen zoden aan de dijk. Op het Indonesische platteland zijn niet zoveel armen, al wordt de economische crisis daar ook buiten de steden merkbaar. Ik geef daar ook zelden zomaar wat geld, liever geef ik aan een groepje mensen die ik ken een paar honderd gulden, waarvoor ze dan een jaar Engelse les kunnen volgen.

Hebt u al eens overwogen te emigreren?

Ja, rond mijn twintigste heb ik eraan gedacht, naar Australië, wegens een dreigende atoomoorlog. Het is om andere redenen nog steeds aanlokkelijk: ongerept, ruim. Ik ben hier echter zo geworteld geraakt, dat ik niet meer zal vertrekken, zelfs niet als er oorlog uitbreekt. De veldwerkperiodes aan de rand van het Indonesische oerwoud zijn de gelukkigste uit mijn leven, maar wel als wetenschapper; als boer zou ik er ongelukkig worden.

Als u als man en vrouw samenleeft zonder hetzelfde geboorteland te hebben, voelt u zich dan door het geboorteland van de ander buitengesloten of bevrijdt u elkaar daarvan?

Mijn man is Zwitser, dat is een verrijking met een andere cultuur. Ik heb een volledig, ongebroken gevoel, wonend in het land van mijn taal, familie en jeugdvrienden. Het idee om in Zwitserland te gaan wonen heb ik gevetood, mede op grond van opgroeiend nageslacht. Neen, ik beklaag mijn man niet.

Bestaan er landstreken, steden, gebruiken enzovoort die u op de heimelijke gedachte brengen dat u beter bij een ander geboorteland had gepast?

Als zovelen verlang ik naar een joyeuzer, warmer land met meer echte natuur dan het onze, zoals Italië of Indonesië. Indonesiërs zijn zo gastvrij, voorkomend en gemakkelijk, vinden zichzelf onbelangrijker en gaan minder van zichzelf uit. Terugkomst in Nederland is telkens een koude douche. Ik wil dan iedereen toeknikken, zomaar bij mensen langsgaan, maar ze hebben 't te druk. Zelf ben ik gastvrijer geworden, al ebt 't na verloop van tijd wat weg, door het strakke stramien van leven hier.

Waar maakt u uit op dat dieren als pinguïns, tijgers, chimpansees, die achter tralies of binnen omheiningen opgroeien, de dierentuin niet als hun thuisland ondergaan?

In het wild heb ik nooit een tijger gezien - ik ben nooit dichterbij geweest dan op een spoor van een uur oud. Maar een dierentuin is geen thuisland, dat zie je zo: die droevige blik van apen, dat heen-en-weerlopen van roofdieren, dat saaie. Alleen in de bio-industrie is het nog erger.

Zou u liever bij vol bewustzijn sterven of zou u verrast willen worden door een vallende dakpan, door een hartaanval, door een explosie enzovoort?

Door een tijger lijkt me wel gepast, ik ben alleen wat jong. Bovendien ben je niet zomaar dood: hij trekt je aan een been het oerwoud in. Hij doodt wel sneller dan de kat een muis, en eet je helemaal op, te beginnen bij de buik. Tijgers doen dagen met zo'n grote prooi en laten hooguit wat arm of been over. Tijgers als groep neemt men niets kwalijk, maar de menseneter moet gedood. Ze leggen in mantra's de dode tijger en diens levende soortgenoten wel uit waarom: 'Die schuldige onderdaan moest sterven, want er kleeft bloed aan zijn klauwen'.

Overigens wil ik het liefst bewust afscheid nemen.

Hebt u vrienden onder de doden?

Ik ken niemand die gedood is door tijgers, wel door brommers en auto's. In Indonesië met zijn traditionele vooroudervering zijn de werelden van doden en levenden verweven, dat spreekt me aan. Als ik een altaar zou maken, dan wijdde ik het aan mijn eigen voorouders, met een klein tijgertje erbij.